Hoe een peuter denkt over het bezitten van dingen
In de peuterfase ontwikkelen de meester peuters een nogal sterke eigen wil. En dit is natuurlijk goed want dat hoort erbij. Het zou niet best zijn als ze niet weten wat ze zelf willen. Maar die eigen wil kan in de meeste gevallen wel eens te sterk aanwezig zijn. Vooral als het gaat om spullen die op dat moment niet in het ‘bezit’ zijn van je peuter.
En dit is wat een peuter dan denkt:
- Als ik iets leuk vindt, is het van mij.
- Als ik iets in mijn hand heb, is het van mij.
- Als ik iets van jou kan afpakken, is het van mij.
- Als ik iets een tijdje geleden had, is het op dit moment nog steeds van mij.
- Als ik iets bouw van DUPLO zijn alle DUPLO blokjes… van mij.
- Als het op iets van mij lijkt (maar het is niet van mij) dan is het toch van mij.
- Als ik iets als eerste zag, is het van mij.
- Al jij met iets speelt en je legt het neer dan is het automatisch van mij.
- Als iets van mij is mag jij er nooit aanzitten. Op geen enkel moment.
- Als iets kapot is dan is het van… jou!
En denk maar niet dat je hier iets tegen in kunt brengen. Mijn is mijn!